De stad Arnhem - In 1233 krijgt de versterkte plaats aan de Jansbeek op de kruising van de wegen Utrecht-Zutphen en Deventer-Nijmegen stadsrechten en worden de inwoners op hun vrijheid trotse burgers. Arnhem groeit uit tot handelscentrum en – vooralsnog bescheiden - nijverheidscentrum voor de schaarse bevolking in de omgeving. De Rijn ligt op dat moment op vrij grote afstand, gescheiden van de stad door een uiterwaard, het Stadsblokken. Veren en ponten onderhouden het verkeer over het water.

Vestigingwerk Arnhem - Na 1530 wordt de Rijn verlegd naar een plek dichter bij de stad. Dankzij de vaardige handen van dijkenbouwers en rivierendwingers kan de stad profiteren van de winsten uit de wijnhandel met de steden stroomopwaarts in het Rijnland. Arnhem is voor eeuwen een veilige plek achter zijn dubbele ring van vestingwerken, waar deftige bestuurders van de Gelderse Provincie de stad naar hun smaak hebben ingericht. Buitenplaatsen bieden de rijken ruimte voor hun landelijke liefhebberijen. Hun parktuinen in Franse en later Engelse stijl vormen een blijvende aanwinst voor Arnhem.

Parkstad Arnhem - Een stad voor welgestelden wordt Arnhem na de Franse overheersing steeds meer. Op de plek van de vestingwerken verrijzen villa’s met dan nog vrij uitzicht op ‘het broek’. Maar de toestroom van steeds meer nieuwe inwoners maakt verdere uitbreiding al snel onvermijdelijk. De groeiwensen gaan vooral richting het noorden, waar koele bossen lonken en verarmde grootgrondbezitters met meer of minder tegenzin meewerken aan de verkaveling voor volkshuisvesting. De Rijnkade wordt aangelegd met vrij uitzicht over de rivier en de uiterwaarden. In 1930 gaat een lang gekoesterde wens in vervulling: een vaste brug over de Rijn.

Van noord naar zuid - In 1950 heeft die brug al meer meegemaakt dan Arnhem lief is. Op het Stadsblokken floreert nog de scheepsbouw, in Meinerwijk de steenfabricage. De stad maakt zich op voor verdere uitbreiding en laat daarvoor haar oog vallen op maagdelijke gronden ten zuiden van de rivier. Er komt een brug bij en Arnhem maakt kennis met de flatbouw. Commercie en het vertier nemen bezit van de binnenstad. Het verkeer vraagt om grote ingrepen, als de bevolking expandeert en uitwijkt naar steeds verder weg gelegen residenties. De stad nadert de rivier van beide zijden, maar houdt nog steeds afstand.

Rijnkade Arnhem